Wij hebben dus het hele onderzoek uitgevoerd en de resultaten op een rij gezet. Hieruit trekken we een conclusie.

We zijn erachter gekomen dat de toename in reactiesnelheid bij een hogere temperatuur op dezelfde manier te verklaren is als de toename in reactiesnelheid bij een hogere concentratie. Want bij de toename in temperatuur bewegen de moleculen sneller dus ze botsen ook veel vaker tegen elkaar aan. Dat zorgt er voor dat er dus meer moleculen per seconde reageren en dat de reactie dus sneller gaat. Bij de toename in concentratie botsen de moleculen vaker tegen elkaar aan omdat er meer moleculen per milliliter aanwezig zijn. Dat zorgt er voor dat er dus meer moleculen per seconde reageren en dat de reactie dus sneller gaat. Bij de theoretische achtergrond hadden we al gezien dat concentratie en temperatuur allebei een rol speelden, maar niet dat er een verband tussen zat. 

We kunnen geen duidelijke conclusie trekken over welke factor een grotere invloed heeft op de reactiesnelheid, ondanks dat er een verband tussen zit. Hiervoor hebben we te weinig gegevens en kunnen we het niet rechtstreeks met elkaar vergelijken, omdat er nog andere factoren een rol spelen.